No prevention without defence
In
If one does not prevent conflicts from escalating, one will have to suffer the consequences, as with the refugee crisis today. At given times military interventions are the indispensable catalyst to achieve diplomatic solutions. Belgium has the political will to contribute to such operations as reliable partner. This however requires a defence budget expressing solidarity as well.
This article was published on De Standaard.
(Photo credit: EgmontInstitute)
*****
Zonder defensie geen preventie
Als je nalaat de escalatie van conflicten te voorkomen, draag je daar vroeg of laat de gevolgen van, zoals nu bij de vluchtelingencrisis. Met een defensie op apegapen dreigen we nog meer crisissen op ons af te roepen, schrijft Jo Coelmont.
Als de aansporingen van de partners irriteren, kijk dan even in de spiegel
Jo Coelmont
Wie? Brigadegeneraal b.d. verbonden aan het Egmond Instituut.
Wat? Door zo weinig te investeren in defensie, laten we onze Europese partners in de steek en kunnen we voor niemand nog zorg dragen,
De vluchtelingenstroom vanuit oorlogsgebieden waar we nu mee geconfronteerd worden, is het gevolg van de onwil om de wortels van die conflicten aan te pakken toen het nog kon. Het regeringsstandpunt over de opvang is vrij duidelijk, met een oproep tot solidariteit, in de eerste plaats vanwege alle Europese lidstaten. Maar is onze regering consequent in haar algemeen crisisbeleid? Hoe bereidt zij de toekomst voor? Die vraag stond ook centraal in het opiniestuk van VS-ambassadrice Denise Campbell Bauer (DS 1 oktober) .
Gewelduitbarstingen en militaire confrontaties zijn fundamenteel altijd politiek van aard. Louter militaire oplossingen bestaan niet. Toch is het militaire instrument vaak een onmisbare katalysator gebleken om in conflictgebieden diplomatie een kans te geven en noodhulp, ontwikkelingshulp en economische bijstand mogelijk te maken. Al die elementen zijn nodig om op het terrein de bevolking veiligheid en toekomstperspectieven te bieden. Als één factor minimaal of nul is, is het resultaat dat ook. De crisissen in Libië en Syrië hebben dat eens te meer aangetoond.
En nu? Binnen de EU wordt gewerkt aan een globaal beleid, voor zowel de begeleiding van de migraties als de onderliggende oorzaak: een veel te zwak crisisbeleid en de totale afwezigheid van enige preventie. De Hoge Vertegenwoordiger Federica Mogherini heeft inmiddels de taak om tegen midden volgend jaar een globale EU-veiligheidsstrategie uit te werken. Die zal onder meer richtinggevend zijn voor een Europese defensie die naam waardig. Ook in deze context wordt het militair apparaat gezien als een onmisbaar onderdeel van het buitenlands- en veiligheidsbeleid van de Unie. Het militaire takenpakket zal bestaan uit vredesmissies opzetten, waar nodig vrede afdwingen met gevechtsoperaties, om vervolgens, in de post-conflictfase, in te staan voor de wederopbouw van de lokale veiligheidsdiensten. Bijzondere aandacht zal evenwel gaan naar preventief optreden. Aangezien het aan de lidstaten is om de nodige troepen te leveren (en de bestaande lacunes op te vullen) zal in de EU-strategie worden opgeroepen tot meer solidariteit.
Intensieve zorgen
Dat doen we in België toch? Of niet? Gemiddeld besteden de EU-landen 1,3 procent van hun bbp aan hun defensie. Voor België, een van de rijkste landen van de Unie, is dat zowat 0,5 procent. Voor defensie-aankopen heeft onze regering 0 procent van haar bbp veil. En dat tot op het einde van deze bestuursperiode. De volgende regeringen worden (misschien) verzocht om tegen 2030 het budget van defensie langzaam op te trekken tot op het EU-gemiddelde. Voor defensie dreigt een lang verblijf in de afdeling ‘intensieve zorgen’. Zorg dragen voor anderen zit er haast niet meer in. Zijn solidariteit, Europese defensie en ‘regeren is vooruitzien’ plotseling holle slogans geworden? Of is dit een naïeve vraag van onze regering om de wereld voor een aantal jaren tot stilstand te brengen vanwege een Belgische centenkwestie? De kostprijs van aan vredesoperaties verzaken is op moreel en politiek vlak niet te becijferen. En op louter financieel vlak zal de eindfactuur voor ons land, op andere domeinen dan defensie, de 1,3 procent van het bbp wellicht overstijgen. Dat zit nu eenmaal in het DNA van elk buitenlands- en veiligheidsbeleid en alvast als je lid bent van de EU en de Navo.
Als de aansporingen van de partners irriteren, kijk dan even in de spiegel.
Hopelijk heeft tegen 2018, wanneer we het einde van de Eerste Wereldoorlog herdenken, onze regering de moed gevonden om defensie uit het slop te halen. Niet alleen met mooie plannen, maar ook met concrete realisaties. Daartoe behoren ook aangepaste aankopen. Geen halfslachtige scenario’s: dat is pas weggegooid geld.
Wie ooit in een oorlogssituatie heeft moeten werken – dat zijn ook zogenaamde vredesmissies – kan er alleen diepe menselijk ellende ontwaren. Ellende die we veelal hadden kunnen voorkomen. Als je wil komen tot ‘nooit meer oorlog’, garandeer dan dat je oorlog in de kiem kunt smoren.