Egmont Institute logo

Defence: Belgium is not a small country

Post thumbnail print

In

Contrary to how most Belgians feel, Belgium is not that small a country – and hence its allies and partners do expect a proper contribution to European defence and NATO.

This article was first published on De Redactie.

(Photo credit: EgmontInstitute)

*****

Defensie: België is geen klein land – Sven Biscop

Ons leger ligt onder vuur. De ene wil besparingen, de anderen – zoals de Verenigde Staten- willen meer geld voor defensie. De auteur pleit voor een forse investering in ons leger.

België is geen klein land. Alleen denken de meesten Belgen, beleidsmakers incluis, van wel en denken ze daarom dat er van België in de internationale politiek of qua defensie niet veel verwacht wordt. Oorlog in Oekraïne, oorlog in Syrië: is dat wel aan ons landje om zich daar te gaan bemoeien? Dat is al gauw de reflex.

Die kloof tussen ons zelfbeeld en onze eigenlijk omvang zorgt soms voor problemen. België is zowel qua bevolkingsaantal als bruto binnenlands product (BBP) de negende lidstaat in de Europese Unie (EU). Dat wil dus zeggen dat er negentien EU-landen kleiner zijn dan België. Van ons wordt dus wel degelijk een inspanning op niveau verwacht.

Ook door de Verenigde Staten, vandaar de open brief van de Amerikaanse ambassadeur vorige week donderdag om ons op te roepen toch voldoende in defensie te investeren. Natuurlijk hopen de Amerikanen ook F35 gevechtsvliegtuigen te verkopen. Maar als leider van de NAVO voelen de VS er zich ook verantwoordelijk voor om te zorgen dat elk NAVO-lid zijn deel doet. Deze brief zou er dus ook gekomen zijn moest België niet op het punt staan over een opvolger van de F16 te beslissen.

“Klein en betrouwbaar” als motto

Want België doet, helaas, zijn deel niet meer. Onze defensie-uitgaven waren de negende in de EU – tot de regering bij haar aantreden zeer zware besparingen oplegde. Als deze besparingen tot aan de verkiezingen van 2019 worden doorgezet, zakken de Belgische defensie-uitgaven tot amper 0,7% van het BBP. Dat is nog niet de helft van het gemiddelde van de EU-landen. Daarmee zouden we meteen de laatste van de klas zijn.

Deze besparing doorzetten betekent niet alleen geen nieuwe gevechtsvliegtuigen, maar ook geen vervanging van de fregatten en geen nieuwe uitrusting voor de landcomponent. Bovenal kan defensie met dit budget niet voldoende mensen aanwerven om de massale pensioneringsgolf die er de volgende jaren aankomt op te vangen. Nog even en we zullen dus noch het personeel, noch de uitrusting hebben om operaties uit te voeren.

Een kleine, maar betrouwbare partner was altijd het motto. De laatste jaren hebben we dat waargemaakt, omdat we telkens weer een betekenisvolle bijdrage aan operaties hebben kunnen leveren. De landcomponent in Mali, de F16s boven Libië en Irak, de marine in de Middellandse Zee: op de Belgen kon men rekenen. Daar dreigt dus een einde aan te komen. De andere EU- en NAVO-landen zullen er alleen nog op kunnen betrouwen dat de Belgen toch niet meer gaan kunnen meedoen.

Dat is wel degelijk problematisch

In de allereerste plaats is België niet alleen geen klein land, het is ook geen eiland. België is een van de meest open economieën ter wereld: 75% van onze welvaart komt van onze export. We hebben er dus enorm belang bij dat de wereld rondom ons stabiel blijft of onze welvaart lijdt daar onmiddellijk onder. Het zijn ook Belgische schepen die door Somalische piraten bedreigd worden en het is onze energiebevoorrading die afhankelijk is van de stabiliteit in de Sahel. Het zijn ook 400 van onze burgers die gaan meevechten met de IS in Syrië en Irak. Alle operaties waaraan we recent hebben deelgenomen zijn dus direct in ons eigen belang.

Bovendien maakt onze defensie-inspanning integraal deel uit van onze bijdrage aan de Europese integratie in het algemeen. De EU versterken en verdiepen is dé prioriteit van de Belgische diplomatie. Wij moeten op de Europese besluitvorming kunnen wegen. Maar in de EU hangen alle dossiers met elkaar samen. Als onze Premier zijn collega’s in de Europese Raad van zijn standpunten in een economisch of institutioneel dossier wil overtuigen, helpt het echt niet als België zichzelf al op voorhand zou uitsluiten van een serieuze rol in elk defensiedossier, in EU of NAVO. De prijs van het niet investeren in defensie wordt met andere woorden niet alleen door defensie betaald – alle departementen krijgen vroeg of laat de rekening gepresenteerd.

Samenwerken kost geld

De Belgische defensie is evenmin een eiland. We proberen net zoveel mogelijk samen te werken met andere Europese landen, zoals met de Nederlandse marine. Het fusioneren van sommige taken en het verdelen van andere, houdt defensie betaalbaar: met hetzelfde geld kan je meer doen. Europese defensiesamenwerking laat je echter zeker niet toe minder uit te geven.

Integendeel: als België deze besparingen doorzet, zal er niemand nog in samenwerking met ons geïnteresseerd zijn. Want waarom samenwerken met iemand die niets kan inbrengen? Zelfs de bestaande samenwerkingsverbanden dreigen in het gedrang te komen. Kort gezegd: als België niet samen met Nederland de fregatten kan vervangen, is het gedaan met “Admiraal Benelux”, waar we zo trots op zijn.

Er wordt van België geen bovenmatige inspanning verwacht. Er wordt alleen verwacht dat wij op ons niveau bijdragen. Met 0,7% van het BBP boksen we fameus onder ons gewicht. Het wordt dus hoogdringend om het strategisch plan voor defensie goed te keuren dat al sinds Pasen verwacht wordt. Een langetermijnvisie is nodig om daaruit vandaag te kunnen afleiden welke belangrijke aankopen (gevechtsvliegtuigen, fregatten enz.) nog deze legislatuur beslist moeten worden. En om het budget geleidelijk te doen groeien. Op zijn minst tot wat eigenlijk in het regeerakkoord stond: een constant defensiebudget plus een investeringsprogramma (wat zo’n 1,3% BBP zou betekenen) of zelfs tot het Europees gemiddelde (1,6%).

Maar niet alles kan wachten tot na de verkiezingen van 2019. Het is minstens even belangrijk om nog voordien te herinvesteren in het leger, zeker in de rekrutering. Zo niet gaan we iets eerst kapotmaken, om het nadien des te beter te kunnen repareren: die logica volg ik niet.